passie
30-7-2025
Om precies te zijn in 2005 haalde Renault voor het eerst met het eigen team de wereldtitel in de Formule 1 binnen. Een feit dat helemaal aansluit bij de sportieve tradities van het merk.
Maar de historie van Renault in de autosport gaat nog veel verder terug. Sterker nog, de race die wordt gezien als de eerste Grand Prix, verreden in 1906, werd gewonnen door een Renault met coureur Ferenc Szisz. Het geheim in die jaren: een laag gewicht. De compacteauto’s van Renault namen het succesvol op tegen de mastodonten van de concurrentie. Ook aan de andere kant van de oceaan werden overwinningen behaald, bijvoorbeeld in de Vanderbilt Cup. Renault en autosport zijn niet los van elkaar te zien.
In 1977 zette Renault in de Formule 1 een trend. De introductie van de compacte V6turbomotor was een feit. Deze nam het op tegen de vertrouwde atmosferische V8-machines, maar ontketende wel de trend. Echt succes liet nog even op zich wachten, maar coureur Jean-Pierre Jabouille wist met zijn Renault RS10 in 1979 de eerste overwinning in deze takvan autosport binnen te halen met een turbomotor. Zijn teamgenoot René Arnoux zette het ronderecord en eindigde als derde. Renault en de turbomotoren bewezen hun kwaliteiten en zouden dat nog veel vaker doen.
Met name in de jaren negentig was Renault een belangrijke leverancier van motoren. En in die periode werden belangrijke overwinningen behaald. Beroemde namen passeren daarbij de revue. In 1992 won Nigel Mansell in zijn Williams, voorzien van de Renault RS4-motor. Een jaar later deed het team het nog eens over met een nieuwe motor (RS5) voorzien van tal van innovaties. Alain Prost, na een jaar afwezigheid weer helemaal terug, stuurde zijn Williams moeiteloos naar de overwinning. De derde wereldtitel in 1994 werd overschaduwd door de tragische dood van Ayrton Senna, maar de overwinningen bleven elkaar opvolgen. In 1995 won Benetton met Renault-motoren, en in 1996 en 1997 stond Williams weer op het hoogste podium. Daarna trok Renault zich als motorenleverancier tijdelijk terug.
In 2002 keerde Renault terug met de overname van Benetton. In 2005 leverde dat, met Fernando Alonso, de overwinning én constructeurstitel op. In 2006 werd de vertrouwde V10, die in 2005 nog gebruikt werd, vervangen door een nieuwe V8-motor conform het reglement, waarmee de tandem Renault/Alonso opnieuw indruk maakte en wederom een dubbele titel behaalde. Een paar jaar verder haalde Renault als motorleverancier nog eens vier titels binnen met Red Bull Racing. Vettel was de ster en wist zijn auto in 2010, 2011, 2012 en2 013 naar de hoogste positie te rijden. Dat betekent dat Renault goed is voor een indrukwekkend aantal overwinningen en wereldtitels in de Formule 1.
In 2021 veranderde Renault de naam van zijn Formule 1-team in Alpine. Een team in deze hoogste klasse van autosport sluit immers naadloos aan bij de ambities van het concern om herintroductie van het sportwagenmerk kracht bij te zetten. Alpine werkt aan een zogenaamde droomgarage en daar straalt de Formule 1 op uit. De huidige Alpine A110 blijkt een groot succes. En het programma is recent aangevuld met de A290, die samen met de Renault 5 de Auto van het Jaar-titel kreeg. De volgende stap is de crossover A390, die meer op gezinnen is afgestemd zonder de wensen van de sportieve rijder uit het oog te verliezen. Houd Alpine in de gaten, want daar staat nog heel wat te gebeuren.
Nieuwsgierig naar wat er nog meer speelt binnen Renault? In Losange Magazine lees je alles over onze innovaties, modellen, designfilosofie en natuurlijk onze sportieve ambities.